vrijdag 13 februari 2015

Kindercola en een roze koek (Verhaal voor 'Wenen van Geluk'. Gepubliceerd op 13-02-15)

Eigenlijk zou ik jullie willen vertellen dat ik de finale heb gekeken bij Café Nol, dat ik na het puntertje van Patrick werd bedolven door 35 cafébezoekers, dat het volgende moment dat ik mij kan herinneren er ineens een getatoeëerde beeltenis van Tarik Oulida op mijn jukbeenderen bleek te zitten, dit terwijl ik beduusd probeer te ontwaken in een, wat later bleek, tweepersoonsbed in het Amstel hotel met om onverklaarbare redenen aan mijn zijde toenmalige burgervader Schelto Patijn tezamen met vijf vrouwen uit het -ik vermoed- Oostblok die her en der over de kamer verspreid lagen.

Helaas was ik destijds slechts negen jaar en keek ik de wedstrijd onder het genot van een glas Raak kindercola en een roze koek in een door mijn oma gebreide trui waarop zij het logo van Ajax had geborduurd. Oh, en in de rust kregen we bitterballen met een klein Ajax vlaggetje, een kinderhand is snel gevuld.

Negen jaar, dan beleef je het voetbal ook heel anders. Ik deed de rest van de avond, tot grote ergernis van mijn vader, in de woonkamer een eigen interpretatie van de karatetrap. In tegenstelling tot het duel tussen Dessaily & Litmanen of de imitatie hiervan namens Ome Louis raakte hier wél iemand geblesseerd. Nou ja, iemand. Iets. Een prachtige vaas met bloemen raakte dusdanig geblesseerd dat slechts een trieste aftocht naar de glasbak haar verdere wapenfeit van die avond was. Tevens ook die van mij, want Nickje was dusdanig geschrokken van het rondslingerende glas dat hij een plek bij vaders op de bank een meer dan uitstekend idee vond. Met natte sokken, uiteraard.

Ik weet nog dat ik de hele dag nerveus was, de avond vóór de finale kon ik niet slapen. Een gevoel van zitten in de wachtkamer bij de tandarts, met op de achtergrond een boor die zijn werk iets te serieus neemt, en het gevoel dat je als klein menneke had de de dag voor pakjes avond maakten zich meester over mij.  

Op woensdagmiddag heb ik de finale wel 10/15/20x zelf gespeeld. Op een grasveldje met een tango, lekker old school. Van de wedstrijd zelf kan ik me eigenlijk niks meer herinneren, behalve dat ik ná de overwinning met mijn vader de polonaise liep bij onze buren. Die zijn voor een niet nader te noemen club uit een stad met een pietluttige haven.  

De midden jaren ‘90, mijn debuut als supporter. Toen het nog normaal was dat we ploegen als Real Madrid kapot speelden, dat verliezen uitzonderlijk was en we minimaal de halve finale van de Champions League haalden.

Nog steeds ben ik trots op de woorden de Louis destijds sprak: ‘We zijn de beste’.
En ooit, ooit komt er weer een dag, dan zijn we de beste. De beste van Turijn, de beste van Londen, de beste van München, de beste van Madrid en de beste van Barcelona.

Want, wij zijn Ajax. Wij zijn de beste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten