zaterdag 31 december 2016

2016

Ik zeg het niet snel, maar hé, 2016 was nou niet bepaald het jaar waar we het over vijfendertig jaar onder het genot van goeie gazeuse nog even over gaan hebben.

Of nou ja, misschien ook wel. Dat we tijdens diezelfde borrel eerst 2017 nog even gaan overdenken, en dan zeggen: “Goh, dat Donald Trump als President van Amerika werd afgezet door Bertie uit Boer Zoekt Vrouw, dat zag toch ook eigenlijk niemand aankomen hè”. Of, dat we in 2017 IS lieten zwijgen. Niet verslaan, verslaan is het bloedvergieten van onschuldige kinderen die een Syrische vorm van hinkstapsprong spelen. Dat kan nooit de vijand zijn. De vijand is degene die vijandigheden overbrengt op andere mensen. IS moeten we laten zwijgen. Het liefst met rode rozen. Of desnoods met muziekfragmenten van Kane. Maar het zal ons lukken. Het moet. Ik geloof in de goedheid van de mens. En ja, ik heb ook wel eens met opzet door een plas gereden voor een bushalte. En eerlijk? Ik heb drie minuten daarna hetzelfde rondje nóg eens gereden.

En u moet mij geloven wanneer ik zeg dat ik veel rondjes rij. Of fiets. Of loop. Maar mijn ronde kent uiteindelijk altijd hetzelfde einde, mijn huis. Dit jaar werden er te vaak rondjes in vrachtwagens gereden door mensen die als bestemming een ander einde hadden. Dat van zichzelf. En van onschuldige mensen. En daar daar heb ik een zwak voor. Onschuldige mensen. Het zijn de mensen die naast u en ik de straat wonen, voor ons in de rij van de supermarkt staan, en sterker nog: het zijn de mensen waarvan andere mensen denken dat het u en ik zijn. Dat was voor mij vooral 2016. Dat u en ik zomaar in het journaal genoemd konden worden.

Alhoewel, het was qua journaal redelijk druk dit jaar. Ik kan me geen jaar herinneren dat er zoveel prominenten verloren zijn gegaan. En echt, ik kan begrijpen dat het overlijden van een dierbare u meer aan het hart gaat dan het heengaan van David Bowie, Koen Everink, Muhammad Ali, Mieke Telkamp, Prince, Joop Braakhekke of Johan. Inderdaad, Johan. Johan behoeft geen achternaam. Johan is, ja, Johan. En ja, ik snap best dat uw buurvrouw een goede groentesoep in huis had. Maar, kon ze de sleep van Johan? Ik durf niet uit te sluiten dat Johan zelfs een betere groentesoep op tafel zou kunnen toveren. Want zo was Johan. Ook dat was voor mij 2016. Johan, het heengaan van een goede bekende. Die ik nooit heb mogen ontmoeten.

2016, het jaar waarin oude sterren het leven lieten, maar nieuwe legendes geboren werden.

woensdag 14 december 2016

Adopteer mij

Ik wil graag iets met jullie delen, iets waar ik al een tijdje mee worstel: ik heb een zwak voor zielige dieren filmpjes. U weet, de reclamespotjes die ze altijd net even uitzenden terwijl u met het hele gezin naar de beeldbuis loopt te gapen. En daar is mijn hele gezin dus ook vatbaar voor. En ja, ik weet wel dat mijn hele gezin in de Langestraat inhoudt dat ik alleen voor de televisie zit, maar daar gaat het nu niet om. Ik ben vatbaar voor zulke filmpjes.

En ik kan het niet helpen, zwerfhonden in Roemenië, naaktslakken die niet aan een restaurant kunnen komen in Frankrijk, uitgebuite Ezels in Dordrecht of verwaarloosde katten in Taiwan: ik vind ze allemaal even zielig. En ik wil ze allemaal in huis halen. Dat klinkt heftig, maar tot voor kort volgde ik op Twitter & Facebook óók nog eens alle asielen in de buurt, hierdoor was ik in staat om 71 honden, 58 katten, 33 hamsters en één zeeleeuw te adopteren. Dat leek me toch niet zo heel erg handig. Vooral kat technisch niet, want katten gaan de wereld overnemen. Voor de goede orde, katten en Nick, het is een prima combinatie. Maar uiteindelijk gaan de katten meer schade aan onze planeet aanrichten dan Donald Trump, Kim Jong-un en Vladimir Poetin samen.

Want dat gaat er straks gebeuren. Als ik over vijf jaar een zielig en alleenstaand mannelijk kattenvrouwtje ben, dan zit ik opgescheept met 49 katten die denken de wereldheerschappij over te kunnen nemen. Nick zit dan heel alleen in het hoekje van de kamer, waar hij mag slapen en de rest van de dag mag doorbrengen. Omdat de katten mijn bank, stoelen, tv-meubel en boxspring hebben toegeëigend als hun eigendom. Het enige wat ik nog van ze mag, is ze bij toebeurten aaien. Om vervolgens mijn handen kapot te laten krabben. Ja, mijn toekomstperspectief is dat ik een krabpaal met hartslag ga worden.

Dan rest mij tegen die tijd niks anders om van mezelf een zielig filmpje op te nemen, waarin ik jullie met van die hangogen en een trillend pruillipje ga vragen om mij alsjeblieft te adopteren.

zondag 4 december 2016

Het mysterie van Sinterklaas

“Ik geloof niet in Sinterklaas, maar ik denk wel dat er iets is”. Het waren deze woorden die op de vroege vooravond van 5 december 1993 werden gesproken door Nick Hoekman, die zich binnen niet afzienbare tijd door dit stukje vakwerk mag laten kronen tot Nobelprijswinnaar in de categorie filosofie. Hoekman - destijds acht jaren, had zojuist het mysterie van de zwarte pepernoot gooiende hand overleefd. Over deze mysterieuze hand, die mij na al die jaren nog steeds in de greep heeft, later meer. En mocht u trouwens denken: “Hoi Nick, maar er bestaat helemaal geen Nobelprijs voor de filosofie”. Klopt, die gaan ze speciaal voor mij in het leven roepen.

Het waren mooie tijden, je kon destijds nog gewoon je liefde voor het Sinterklaasfeest hardop uitspreken. Als je nu zegt dat Sinterklaas en Zwarte Piet bij je op bezoek komen, kijken de mensen je aan alsof je zojuist een laffe roofmoord op een bejaard echtpaar hebt bekent. En de liefde tussen het Sinterklaasfeest en mijn persoontje was toen groot. Ik hartje Sinterklaas en stiekem nog net iets meer Zwarte Piet. De avond voor pakjesavond sliep ik standaard slecht tot niet. En - even tussen ons, ik ging tijdens deze nacht altijd even stiekem uit het raam loeren of ik de goedheiligman en zijn knecht toevallig nog aan het werk zag. Pas jaren later begreep ik waarom dit dus nooit het geval was.

Mijn verlanglijstjes waren toen ook vrij simpel. Of een Ajax shirt, of een Ajax pyjama, of een Ajax dekbedovertrek. Tegenwoordig zou ik liever Chantal Janzen in mijn schoen aantreffen op pakjesavond. En dan vooral met de wens of Chantal de term ‘pakjesavond’ heel serieus zou willen nemen. Maar mocht ik Chantal alleen in een Ajax pyjama kindermaatje aantreffen in mijn schoen, dan ben ik echt de laatste die je daar over zult horen klagen. Voordat ik vroeger mijn cadeautjes kon uitpakken, vond er altijd een voor tere kinderzieltjes nogal mysterieuze en spannende gebeurtenis plaats. Terwijl wij in de kamer voor de kachel van Oma Hoekman onze koortsachtig ingestudeerde Sinterklaasliedjes ten gehore brachten, ging het licht in de gang plotseling uit. Dat konden wij precies zien door het glas wat in de deur zat die de woonkamer en entree-gang van elkaar scheiden. Het sein voor ons als kinderen om acuut in de stressmodus te schieten. Want wij wisten: gaat het licht in de gang uit, dan staat er iets te gebeuren. Een vijftal seconden later krijgen wij een hartverzakking als na een luid gebons op op diezelfde deur een zwarte handschoen een vracht pepernoten de kamer in smijt.

Het mysterie wat er als kind door mijn hoofd spookte: van wie was die hand? En waarom is mijn Ome Johan elk jaar op 5 december toevallig op het toilet wanneer het licht in de gang dimt? Zijn het op zichzelf staande feiten? Of is hier meer aan de hand? Op een dag trok ik als een ware Yung Peter R de Vries mijn stoute schoenen aan, om deze feiten aan mijn oom voor te leggen. Hij ontkende uiteraard stellig hier iets mee te maken te hebben. Zijn verweer?

Volgens hem was het een vreemdeling zeker, die verdwaald was zeker. En hij zou de volgende keer eens vragen naar zijn naam.

zaterdag 26 november 2016

Mijn debuut als Ajacied

Ik ben van de twijfelachtige leeftijd dat ik Ajax nog in de Meer heb zien spelen. Ja, lieve mensen, zo oud ben ik al.

De eerste keer was tegen Sc Heerenveen. Zusammen met 'voetbal vader' Dries en de familie Jansen. Jazeker, mijn eerste Ajax pot zag ik met een van de beste spelers uit de geschiedenis van Sportclub Genemuiden. Terwijl Martijn tegenwoordig de verdedigers uit de hoofdklasse het nakijken geeft, ben ik nooit verder gekomen dan de reserve 4e klasse. Zo kan het dus lopen jeugd, de scheiding tussen een technisch begaafde middenvelder en een door het ijs gezakte ausputzer is flinterdun.  

We schrijven het seizoen ‘95/96, Ajax is momenteel houder van de Champions League én tevens de beste club van deze aardkloot. In tijden dat je nog flippo's in een zakje chips kon krijgen en de muren van het stadion verteerden door de urineresten van de bezoekers, bezocht ik mijn eerste officiële wedstrijd van de Godenzonen.

“Zullen we daar even kijken?” sprak ik vol enthousiasme toen ik een drommende menigte voor 2 iets wat pauperige terrasdeuren zag staan, alwaar keiharde housemuziek zich afwisselde met de onmiskenbare stem van Dré Hazes. Voetbal vader Dries: 'We lopen wel een even een stukje door, kleine man'. Tuurlijk, de ogen van een nog weerloos Nickje waren toen al gericht op het onderkomen van de Amsterdamse harde kern. Wist ik toen veel, ik ging naar Ajax. Mijn Ajax.

Daar liep ik, crisis, wat veel mensen, wat een mafkezen ook. Ik liep tegen een gast aan, kaal, groot & bomberjack. Ik viel, de man keek me aan, ik schrok, die ogen, zó groot, “Gaat ie kleintje?” sprak vervolgens de mutant met Amsterdamse tongval, “Wel een beetje uitkijken hè, Gap”.

Nickje viel met recht in een andere wereld. Maar toch, het had wat. Dat kneuterige, op het amateuristische af bijna.

Toen waren ook de afstanden niet zo groot, de spelers deden hun warming-up op het veld én tegen de hekken. Potjandrie, heb ik toch mooi even de arm van Edgar Davids aangeraakt. Nou ja, bijna dan. Toen ik op anderhalve meter kwam begon hij ietwat te grommen. Hallo, ik was 11 hè. Ik stond ineens 17 treden achteruit.

Heerenveen wonnen we met 6-2. Behalve de kou en dat ik gestoken was in een door mijn oma gebreide Ajax trui, kan ik me van de wedstrijd zelf niet zo heel veel herinneren.

De eerste keer in een ‘écht’ stadion, en of dat nou de Kuip, ArenA of de Meer is, het maakt op elk kereltje een onuitwisbare indruk. Koester dat, en geef het mee aan andere kereltjes, als je de kans krijgt.

zondag 20 november 2016

Ik moet van mijn moeder op Tinder

Ik zit op Tinder. Niet dat dit een keus van mezelf is, mijn moeder heeft me min of meer deze richting opgeduwd. Tijdens de kerstdagen gaan we altijd gourmetten, en we hebben nu dus al jaren twee van die gourmetpannetjes over. Omdat de zoon des ouderlijk huizes — ik dus — maar niet aan de vrouw kan komen. En dit is zonde, want we houden nu aan het eind van de rit altijd twee slavinken, twee hamburgertjes en twee dingen die voor kipnuggets door moeten gaan over. En in tijden dat de voedselbanken overuren draaien, steekt dat. Dus vond mijn moeder het een goed idee dat ik mij — onder druk — zou gaan aanmelden voor Tinder. Want, zo sprak zij de legendarische woorden:

“Ie goan op Tinder,
Ik wil kleinkinder΅.

En aangezien moeders wil wet is, ben ik de gelukkige eigenaar van een account op Tinder. Zelf zie ik het meer als een digitale vorm van uithuwelijken. Naast Tinder hebben we — mijn moeder — ook nog een poging gedaan om mij in te schrijven bij ‘Second Love’, maar aangezien ik niet eens beschik over een ‘first love’, kwam ik niet in aanmerking voor een second one. Iets wat toch riekt naar discriminatie. Goed, Tinder dus. Het heeft wel iets weg van dat kleine charmante bakkerswinkeltje op vakantie in Frankrijk, je wijst door de vitrine aan wat je lekker lijkt, en uiteindelijk moet je maar afwachten of je het daadwerkelijk mee naar huis krijgt. Tegenwoordig zie ik vrouwen op Tinder dus als een soort verkapte croissantjes of Le petit pain au chocolat, wat het geheel wel smakelijker maakt.

Ik moet wel eerlijk toegeven dat het vooralsnog niet heel erg vruchtbaar is, mijn romances via Tinder. Nu ben ik ook niet zo heel erg fotogeniek, dus daar ligt meteen al de kern van het probleem. Maar sommige vrouwen weten het nóg bonter te maken. Er komen foto’s voorbij waarvan wij als man van afgeknipt zijn. Waarom, lieve vrouwen, zijn jullie zo harteloos om ons mannen van een foto af te knippen? Of, als ze nog minder creatief zijn, gewoon het hoofd van de toenmalige man in hun leven zwart te kleuren. Het is barbaars. Je zult als man vol goede moed op Tinder gaan, vervolgens je ex vriendin maar tegenkomen en opmerken dat ze je van alle foto’s heeft afgeknipt, of nog erger, ze jullie trouwportret heeft gepakt en daar je hoofd onherkenbaar op heeft gemaakt. Op deze manier wordt Tinder ineens een broedplaats voor seriemoordenaars in spé. En waarom, lieve vrouwen, staan jullie allemaal — écht allemaal — met een kudde schattige Afrikaanse kindertjes op de foto? Echt, de Nederlandse man drukken hun Tinderprofielen vol met foto’s waarop ze poseren met karpers of dure auto’s die ze op vakantie in Monaco tegenkwamen, en vrouwen doen precies hetzelfde met Afrikaanse kinderen.


U hoort het, Tinder en Nick, het is geen liefde op het eerste gezicht. Daarom een oproep aan alle vrouwen tussen de 21 en 54, binnen een straal van 100 kilometer rondom Genemuiden: willen jullie mijn moeder (en ook een beetje jezelf) voorzien van een geweldig kerstcadeau? Swipe naar rechts, dan doe ik het ook.

donderdag 10 november 2016

Nachtmerries vol met Donald Trump

U mag mij een psychopaat of sadist noemen, maar ik word vrolijk van huilende Amerikanen. Het brengt mij hetzelfde bevredigende gevoel als het open zien gaan van het befaamde luikje bij de afhaalchinees. Je weet dat het uiteindelijk hoe dan ook gaat gebeuren, het is alleen even wachten tot het moment daar is. En dat doen Amerikanen ook met huilen, heerlijk. Nadat officieel bekend werd dat Donald Trump de 45ste president van de Verenigde Staten is geworden, doken er bij de wereldwijde televisiestations weer kuddes huilende Amerikanen op met teksten als: “Het kan niet waar zijn, de wereld is voorgoed verloren” - maar dan in het Engels. Ook in Nederland werden er door de aanhangers van mevrouw Clinton complete zwembaden bij elkaar geweend. Uit de Hollandse klei getrokken jongedames met een Amerikaans hoedje en een button van Clinton, die tegen een verslaggever snikken dat de wereld nu voorgoed verloren is.

Het is natuurlijk allemaal leuk en aardig, dat democratische gebeuren. Maar als je hierdoor aan de kant van de verliezers komt, dan is het makkelijk schreeuwen dat het voor geen kant deugt. Maar ja, dat is het hele eieren eten achter een democratische verkiezing. Degene met de meeste stemmen, is normaal gesproken de winnaar. Dat kun je leuk vinden, dat kun je niet leuk vinden, het is nu eenmaal zo. Oké, in Amerika zijn niet het aantal stemmen belangrijk, maar het aantal kiesmannen. Vraag maar even aan je vader of moeder hoe dat precies in elkaar steekt.

“Maar Nick, Trump is toch ook gewoon een beroerde politicus”. Ja, dat kan wel zijn, Jan Smit is ook een beroerde zanger, maar zijn cd’s en optredens zijn wel ongekend populair. Zodra je het gewone volk iedereen onder de zogenoemde elite achter je weet te scharen, dan kunnen non-politici als Donald Trump aan de macht komen. De mensen zijn er blijkbaar klaar mee dat een merendeel van de politici niet meer de taal van het volk spreekt. Wanneer er dan personen komen die populistische uitspraken de wereld inslingeren, dan is het een abc’tje dat deze politici veel kiezers voor zich winnen. Bij ons zie je hetzelfde gebeuren rondom Geert Wilders.

En eerlijk, de overwinning van Donald Trump kwam volgens de kenners als een volslagen verrassing. Op voorhand was Hillary Clinton de gedoodverfde nieuwe president. Op voorhand, kun je alleen nooit nemen als graadmeter. Ik kan het weten, 8 mei 2016. Ajax speelde een uitwedstrijd tegen De Graafschap, moest nog even winnen en was eigenlijk op voorhand al kampioen. Nog altijd word ik drie keer per week badend in zweet wakker, met het doelpunt van Bryan Smeets op mijn netvlies. Miljoenen Amerikanen zullen de komende maanden dezelfde nachtmerries ondergaan als ik, alleen dan zonder voetballer op hun netvlies, maar met een juichende Donald Trump.

dinsdag 8 november 2016

Trump vs Clinton

Ja! We mogen eindelijk stemmen! Of nou ja, ‘we’, onze Amerikaanse broeders. Die mogen straks stemmen. Door de gigantische belangstelling in de media zou je haast denken dat het over de verkiezingen in ons eigen koude kikkerlandje zou gaan. Ik blijf dat bijzonder vinden, waarom veranderen de Vaderlandse media ineens in een horde gedragen slipjes gooiende groupies zodra de verkiezingen in Amerika in zicht komen? Vanwaar de adoratie voor de 50 deelstaten die samen Amerika vormen? Ik zal het waarschijnlijk nooit begrijpen. Het is ook geen land, Amerika. Zo vaag allemaal, deelstaten die allemaal hun eigen regeltjes en wetten hebben. Moet je je voorstellen dat het in Nederland zo ging: Drenthe gaat de doodstraf invoeren, in Flevoland kun je gewoon met een wapen over straat banjeren en Limburg verbiedt het homohuwelijk.

En precies daarom vraag ik me af: waarom trekken wij ons zoveel aan van Amerika? Wij, als modern land, waar alles maar moet mogen en kunnen, aanbidden een land wat helemaal geen eenheid is en waar ze qua normen en waarden nog rond 1920 schommelen. Ja, geld. Dat snap ik. En macht, ja, Amerika is erg machtig. Maar ja dat is Rusland ook, toch ook niet echt het toonbeeld van een wereld zoals we die allemaal graag zouden willen zien. Natuurlijk, New York, prachtige stad. Maar verder is Amerika qua wetten en omgangsvormen vooral een derdewereldland met westerse gemakken. En daar lopen wij als makke schapen achteraan.

Of ik zelf nog een voorkeur heb, qua Clinton of Trump? Nee. Ik vind het allebei niks. Mevrouw Clinton vertrouw ik niet, Meneer Trump is een bijzonder verschijnsel. Het voelt alsof je moet kiezen tussen de komende vier jaar elke dag een wortelkanaalbehandeling ondergaan, of vierentwintig uur per dag met je blote voeten op een legoblokje staan. Alhoewel ik wel het meest benieuwd ben naar Donald Trump als president van Amerika, omdat ik het me het haast niet kan voorstellen hoe dat er zou uitzien.


Toch een beetje alsof Johan Derksen ineens Minister President van Nederland zou worden.  

zondag 6 november 2016

Feyenoord - Dortmund

Het was een druilerige dag in Dortmund, april 2002. Het grijs van de grote fabrieken die het Ruhrgebied rijk is maakten het een nog troostelozer plaatje dan het al was. Toch was het best een heugelijke dag, Feyenoord zou de eerste wedstrijd van het tweeluik om de UEFA Cup spelen tegen het lokale Borussia. Eindelijk weer eens een Hollandse club in de finale van een Europese beker, dat kon ik - zelfs als Ajacied - niet aan me voorbij laten gaan.

Het werd een knotsgekke wedstrijd, na 90 minuten stond er een 4-4 eindstand op het scorebord. Uiteindelijk, zo weet intussen iedereen, zou Feyenoord het in de eigen Kuip afmaken. De geel-zwarte brigade uit Dortmund werd met 3-2 weer terug naar Duitsland gestuurd.

Ik hoor het u denken: “Nick, waar heb je het in de lieve vrede over, die UEFA Cup finale was gewoon over één wedstrijd. In de Kuip.”

Inderdaad, ik weet het. De heren bij Studio Voetbal wisten dit niet. Tom Egbers corrigeerde Co Adriaanse doodleuk toen Adriaanse verkondigde dat Feyenoord in de finale van 2002 veel voordeel had, doordat aan het begin van het seizoen de UEFA het stadion in Rotterdam op voorhand al had aangewezen als plaats van handeling voor de finale. En toen greep Tom even in, want dat was niet zo. “De finale van de UEFA Cup werd over twee wedstrijden gespeeld, Co. Zowel in Rotterdam als in Dortmund.”

Ik wist werkelijk niet wat ik hoorde. Echt niet. Mijn mond viel nog wijder open toen ik merkte dat de rest van het deskundige panel - Youri Mulder, Arno Vermeulen en Regi Blinker - het volmondig eens waren met Tom Egbers. Regi Blinker -Feyenoorder van beroep, greep zelfs niet in. REGI BLINKER, 238 wedstrijden in het eerste van Feyenoord, greep ook niet in. Dit vind ik echt te bizar voor woorden. Als je jezelf een beetje voetbalkenner/liefhebber noemt, dan moet je toch op z’n minst alle gewonnen prijzen van Nederlandse clubs in Europa + finalewedstrijd kunnen kunnen opdreunen. En als je, zoals de heren bij Studio Voetbal, er ook nog eens een riant zakcentje voor krijgt toegeschoven, dan mag je zeker wel verwachten dat hun feitjes kennis boven het Nederlands gemiddelde uitstijgt. Precies dat is er mis met Studio Voetbal, het is verworden tot een middelmatig voetbalpraatprogramma. Het niveau is vergelijkbaar met twaalf in een dozijn muziek duo’s die op keyboard en accordeon de braderieën van plekken zoals Staphorst, Ermelo of Lemmer onveilig maken.

Alleen mogen deze overschatte figuren hun kunsten niet vertonen op een lokale braderie, maar op de publieke omroep.

dinsdag 1 november 2016

Freek

“Een man in huis is een kat nodig”. Het waren deze woorden van Nick Hoekman die er in 2014 voor zorgde dat ik - Nick Hoekman, overging tot de aanschaf van een kat. Of nou ja, aanschaf is wel een heel groot woord. Ophalen, van een boerderij. Zo werkt dat. Waar je bij de gewone mensen huizen honderden vierkante meters aan treurige stoeptegels gratis kunt afhalen, zo kun je bij boerderijen katten bij de vleet vandaan plukken. Voor agrariërs zijn katten net stoeptegels, maar dan hebben ze een staart en spartelen ze tegen wanneer je ze in de sloot wilt gooien. En dat wil ik niet, dat katten in de sloot worden gegooid. Vooral niet wanneer ze nog niet kunnen zwemmen.

Ik had geen eisen, het moest alleen over een rode vacht beschikken. Dit is nog steeds een legitieme reden om als vrouw bij mij door de poort te mogen wandelen, over een rode vacht beschikken. Maar dat is weer een heel ander verhaal. Goed, terug naar Freek. Want zo had ik haar genoemd. “Nick, een poes Freek noemen, dat kan toch niet?”. Nou, zoals u kunt lezen kon dat prima. Weg met de tijd dat huisdieren stomme namen krijgen zoals Poekie, Snuf of Nijntje. We willen toch dat huisdieren serieus worden genomen in het gezinsleven? Geef het dan ook een serieuze naam. Mijn volgende kat ga ik daarom Hector noemen. Of Prinses Beatrix. Dat laatste lijkt me nu al leuk, dat ik door de straten van Genemuiden loop te roepen “Prinses Beatrix, brokjes, kom maar bij het baasje, ja, kom maar, Prinses Beatrix lekker brokjes eten hè, koediekoediekoedie”. En als ze daar niet op reageert, even in de buurt rondvragen “Of ze Prinses Beatrix hebben ze gezien, want ik heb lekkere brokjes voor haar”. U snapt dat ik me hier erg op verheug. Of ik zit binnen de kortste keren weer op een gesloten afdeling, kan ook.

Nee, we hadden het over Freek. En echt, mensen, Freek is het leukste beestje wat ik ooit in mijn leven ben tegengekomen. Freek was voor andere (huis)dieren een ware nachtmerrie, het verstopte zich tijdens logeerpartijtjes in het ouderlijk huis achter de gordijnen om zich vanuit het niets vast te klampen aan de staarten van de twee Golden Retrievers die ons gezin rijk is. Er is niks leukers om te zien dan een rode kater die zich door de woonkamer laat slepen aan de staart van een Golden Retriever. En de Golden Retrievers? Die vonden het allemaal prima.

Inderdaad, vonden. Want Freek is niet meer. Freek is nu ergens hoog in de dierenhemel. En daar laat hij zich voortslepen, vastgeklampt aan de staarten van overleden Golden Retrievers.

woensdag 19 oktober 2016

Gaellemuniger scheurbuik

Het was zaterdagnacht vanuit de Kaaihof, belachelijk laat en pikkedonker, er kwam iets van links, had geen verlichting, verleende mij geen voorrang en ik kon het niet meer ontwijken. Daar lag ik. Met fiets en al. Ik was zojuist aangereden door een struik. Of ik ben een struik ingefietst. Kan ook. Laten we het erop houden dat een van ons beiden liegt. De schade viel mee, twee groene knieën, stijve nek en een vermiste bril. Die laatste ben ik nog steeds kwijt, maar een bril zoeken zonder bril, bleek achteraf niet het meest nobele idee op aarde.

Het zijn zo van die dingen die je eigenlijk al ingecalculeerd had. Stiekem, onder het kopje ‘onvoorziene gebeurtenissen’ Net als de Gaellemuniger scheurbuik. Vaste prik in mijn agenda, vanaf de derde woensdag in oktober ben ik een dag of vier geveld door de Gaellemuniger scheurbuik. Het is een lokale variant op de aloude ziekte die bonkige zeerobben in middeleeuwen kregen wanneer ze maanden op zee zaten. Door een gebrek aan vitamines werden ze ziek, dat noemden ze dan scheurbuik. En dat heb ik ook. Een soort van. Een extra lang weekend bier drinken, meeblèren op het Slavenkoor en Frans Duijts, ‘met zonder jas’ naar buiten (en dan ook nog in de zweefmolen) en broodjes shoarma wegwerken is niet bepaald het beste voor de fysieke gesteldheid van een mensenlichaam.

En daar ondervind ik nu de hinder van. Koud zweet, verdwenen stembanden, het ene moment bloedheet, dan weer steenkoud, blaffen/hoesten als een loopse teckel, een energielevel dat diep in het rood staat en een beul die met een voorhamer “Have you ever been mellow” op mijn hoofd aan het spelen is: het hoort er allemaal bij. Terwijl de mannen op zee er maanden over deden om deze staat te verkrijgen, doe ik dat gewoon in een paar dagen. Há, en dan zijn er nog mensen die durven te beweren dat ik tot niks in staat ben. En nu? Nu drink ik thee met honing, werk een overdosis vitamine c tabletten en stapels kiwi’s naar binnen. Noem mij een martelaar, die de dagen na de Biestemerk ietwat moet lijden. Maar ik heb het er voor over. Het martelaarschap van een Biestemerkvierder staat gelijk aan dat van een carnavalsvierder of van een overlever van een willekeurig ander dorpsfeest: het is het waard geweest, altijd. Elk jaar opnieuw.

En om mijn lijden nog iets ondragelijker te maken, zet ik een cd van Frans Duijts op repeat.

zaterdag 15 oktober 2016

Zwarte kicksen

Mijn grote Spaanse vriend Pep Guardiola heeft iets fantastisch doorgevoerd bij Manchester City: spelers moeten tot hun 18e op zwarte kicksen spelen. Heerlijk, gewoon weer terug naar de basis waar zwart leer de boventoon voert. U kunt mij een wanhopige romanticus noemen, maar ik vind dat voetbalschoenen per definitie zwart moeten zijn. Dan mag er nog best een klein gekleurd accent inzitten, geel, rood, blauw of groen, maar verder moeten de schoenen zwart zijn.

Het is tegenwoordig een bonte kermis qua gekleurde schoenen, klaarover-jassen met noppen. De schoenen zijn zó fel, dat kan alleen maar in Tsjernobyl geproduceerd zijn. Wat stiekem het ergste en pijnlijkste is: er spelen voetballers op dit soort leren zuurstokken die voor geen meter kunnen voetballen. Wees nederig naar jezelf, als een balletje inspelen over anderhalve meter een probleem voor je is, dan hoor je niet op dezelfde schoenen als Messi te spelen. Nee, dan moet je gewoon op een simpel paar Puma King’s of Kaisers van Adidas spelen. Terug naar de basis, dat is het advies. Niet op schoenen die namen dragen als: ‘Hypervenom Phatal Dynamic Fit Mercurial Superfly’.   Dat klinkt natuurlijk heel erg stoer, helemaal in de kleuren fluoriserend roze of groen, maar als je constant over je eigen benen struikelt en de bal alle kanten op stuitert, behalve de richting die je zelf in gedachte had, dan is het misschien tijd om bij de basis te beginnen.

Daarom lijkt het me ook een prima idee om de beslissing van Guardiola door te voeren, sowieso in de lagere gedrochten van het amateurvoetbal, de zogenoemde ‘kelderklasse’. Niet alleen is dat beter voor onze ogen, het kan je ook nog eens een blessure schelen. Ik denk niet dat ik schokkende dingen ga vertellen, wanneer ik openbaar dat een hippe kleur voetbalschoen bij de lagere elftallen werkt als een rode lap op een stier. U kunt het een doodschop vinden, wij noemen het liever: twaalf metalen noppen die knuffelen met fluoriserend leer.

Bent u dus een voetballer die nogal beperkt is in zijn kunnen en weet u dit ook van u zelf: doe ons, jezelf en de baas een plezier, draag gewoon zwarte schoenen.

vrijdag 14 oktober 2016

Botsauto

Een douchekop met discolichtjes, tapkraan waar kant en klare citroen ranja uit komt stromen, Tindermatches die op Chantal Janzen lijken. Zomaar drie dingen die ik heel graag zou willen hebben, maar die eigenlijk niet nuttig zijn. Al is die laatste an sich nog wel het meest praktische, vooral omdat mijn moeder dan tijdens het gourmetten op tweede kerstdag eindelijk weer eens iets van een schoondochter aan tafel heeft. Vroeger was dat anders, toen wou ik eigenlijk maar één ding. Och, ik heb het werkelijk jarenlang bovenaan op de verlanglijstjes voor zowel mijn verjaardag als sinterklaas gezet: het botsautomuntje dat niet werd ingeslikt. Nu snap ik dat het gewoon een loper is, zoals je ook met sleutels hebt, maar toen ik nog een Nickje was, vond ik het maar wat fascinerend. Voor de goede orde: het gaat hier dus om een botsautomuntje dat wordt gebruikt door het kermispersoneel, waarmee ze op elke botsauto kunnen rijden, maar dat niet wordt ingeslikt. DAN KUN JE DUS ALTIJD GRATIS MET DE BOTSAUTO’S!

Goed, dat wou ik dus ook. Want ik was verslaafd aan de botsauto’s. De botsauto’s waren destijds een overbruggende attractie tussen de draaimolen en de zweefmolen. En dat deed ik. Vaak. Botsen in een autootje, bekleed met een rubberen stootrand. Achteloos als kereltje van hooguit een jaar of negen, één handje aan het stuur, op alles inbeukend wat op zijn pad kwam. De Amerikaanse thug life spreuk: “They see me rollin’ they hatin”, is gebaseerd op een negenjarig jongetje uit Genemuiden die als een volleerd Max Verstappen de vloer van de lokale botsautobaan onveilig maakte.  

Dat ik destijds niet overhoop ben gereden is nog steeds een van de vele wereldwonderen. Om überhaupt je zuur bij elkaar geharkte zakgeld te kunnen verspillen, moest je eerst op jacht om een botsautootje te bemachtigen. En dat hield in: risico’s nemen. De kunst was om vanaf de zijkant  — waar ook alle knappe meiden uit de klas stonden  — meteen de baan op te rennen wanneer de rit voorbij was en de botsauto’s automatisch stilvallen. Alleen is de ellende met deze dingen, dat ze altijd nog een seconde of vier moeten uitrollen voordat ze helemaal stil staan. Deze situatie heb ik als onbezonnen knaapje in het begin vaak onderschat, wat tot gevolg had dat ik regelmatig als een bang hert met wijd opengesperde ogen in de fictieve koplampen van een botsauto heb gekeken.  

Daarna kon het feest beginnen. Het wachten was tot de volgende magische woorden uit de speaker schalden: “Opgepast, voor de start, tuut-tuut”. Dan was het zaak om als een malle het muntje in de gleuf te steken, vol met je rechtervoet op het gaspedaal te gaan staan en te zoeken naar slachtoffers om een whiplash te bezorgen. Vooral de oelewappers die langs de kant reden waren een makkelijke prooi, die zaten dan - mits je een beetje snelheid maakte - met een rotklap gevangen tussen de reling en het botsautootje. Met een beetje geluk was het precies de reling aan kant waar de knappe meiden uit de klas stonden, het was destijds de perfecte manier om de bink uit te hangen.

Althans, dat dacht ik. Achteraf had ik beter een teddybeer voor ze kunnen winnen bij de schietkraam.

woensdag 12 oktober 2016

Terror clowns

Maanden, wat zeg ik, misschien al wel jaren zijn we bang voor terroristen en ander geradicaliseerd gespuis. Totdat het gevaar zich ineens vanuit een andere hoek aandient: clowns. De wereld wordt overspoeld met berichten van terror clowns. Clowns met kapmessen,clowns met kettingzagen, clowns met klauwhamers en clowns met cd’s van Bon Jovi. De clowns zijn in een rap tempo bezig om de mensheid de stuipen op het lijf te jagen. En dat lukt, want wij stervelingen  —  lees: vrouwen  —  zijn als de dood voor deze ogenschijnlijk komische figuren. En waarom? Ik heb werkelijk geen idee. Als zelfbenoemd lefgozer ben ik niet zo heel snel bang, het meeste vrees heb ik nog wel voor Jandino Asporaat. Maar dan vooral omdat ik het een vervelende kwast vind.


De inwoners van Almere zijn in rep en roer, want ook in de Hollandse polder is een terror clown gesignaleerd. Een clown met een mes. Het zou natuurlijk ook gewoon Bassie van Adriaan kunnen zijn geweest, die even in de tuin aan het snoeien was. “Met een mes, Nick?”, ja, het klinkt misschien wat vreemd, maar het zou kunnen. Je kunt er ook vergif op innemen dat er de komende dagen in nog veel meer Nederlandse steden/dorpen de terror clown om de hoek komt kijken. Want zo werkt dat, we zien dingen op internet, daarna gaan we het zelf imiteren. Kopieergedrag pur sang. En dat dan allemaal onder de noemer ‘Its a prank’. Waar is het misgegaan? Waarom zijn we die leuke, gezellige, ietwat te dikke kindervriend aan het veranderen in een mensonterend monster dat kleine kinderen met vier mandarijnen en een scheut melk in de blender doet, om het te nuttigen als ontbijt? Waarom?


We moeten ten strijde trekken tegen de terror clowns. Zoals we ook doen tegen muizen en insecten, het doel heiligt de middelen. Pak de terror clowns terug op hun eigen manier, neem standaard een klauwhamer mee. Bevestig een stroomstootwapen aan je sleutelbos en draag flapschoenen met stalen neuzen. Clowns hebben altijd zo’n waterspuitende bloem op hun outfit, koop in de fopwinkel ook zo’n bloem. Maar vul hem dan met accuzuur, in plaats van water. Alles is geoorloofd om de terror clowns een kopje kleiner te maken. Deze figuren zijn noch clown, noch terror. Dit zijn zolderkamerautisten zonder enige vorm van meerwaarde in deze samenleving, alleen verscholen achter een clownesk karakter durven zij mensen te intimideren.

Zie je een terror clown, wees niet bang en ga er achteraan. De terror clown is net als de relatie tussen muis en mens: uiteindelijk zijn ze banger voor ons, dan wij voor hen.

zaterdag 1 oktober 2016

Generatie FIFA98

Op papier hoor ik bij de ‘Generatie Y’, ook bekend als de ‘Echoboomers’, ‘Millenniumgeneratie’ of ‘Generatie Einstein’. Alhoewel ik dat laatste op zich wel snap, hoor ik maar bij één echte generatie. De FIFA generatie. Het welbekende voetbalspelletje dat menig puber van zijn of haar huiswerk heeft gehouden. Ook ik was - en blijf - vatbaar voor dit game virus, dat mij sinds 1997 in haar greep houdt. Dat was voor mij de eerste, FIFA98, uitgekomen in 1997. Voor mij onlosmakelijk verbonden met het liedje van Blur, Song2. (U weet wel, een drumstel, een gitaartje, na een seconde of vijftien knalt er een loeiharde “WHOEHOE” door de speakers)

Niet alleen ik was in de ban van dit spel, ook mijn moeder kon er niet omheen. Ik moet haar regelmatig tot wanhoop hebben gedreven met mijn verslaving, immers, terwijl mijn moeder me achter de broek aan zat om te zorgen dat ik mijn huiswerk wel ging maken, was ik druk met andere belangrijke zaken. Laten we eerlijk zijn, proberen kampioen te worden in de Serie A met Piacenza is natuurlijk wel iets belangrijker dan een werkstuk voor natuurkunde of een proefwerk geschiedenis. Ik probeerde moeders er nog van te overtuigen dat een aanstaand kampioenschap met kleinduimpje Piacenza eigenlijk ook een vorm van geschiedenis schrijven zou zijn, alleen trapte ze hier - helaas - niet in. (Ik liep het kampioenschap op een haar na mis, Udinese harkte in de laatste competitieronde tijdens een onderling duel de titel binnen, 3 - 0, drie keer Oliver Bierhoff)

En nu nog, bijna twintig jaar later, blijft het een favoriete tijdsbesteding. Iets wat ik dus totaal niet verwacht had, stiekem schaamde ik me er voor als begin dertiger. Maar wat blijkt: ik ben nog lang niet de oudste, er zijn gasten van begin veertig die nog uren van hun leven vergooien met het spelen van FIFA. En dat stemt mij gelukkig, ik ben niet meer alleen meer. Nee, er zijn nog zoveel meer mannen die geacht worden om serieus met het leven bezig te zijn. Maar in plaats daarvan met een controller in hun hand proberen om met ploegen als Zulte Waregem of Hércules Alicante de Champions League te winnen. Want dat is het mooie aan FIFA, je ontsnapt uit de werkelijkheid en stapt in een wereld die je zelf kunt domineren. Een wereld waarin je met een druk op de knop Messi en Robben handelingen kunt laten uitvoeren die je zelf hebt bedacht, of waarin je in de online versie wereldwijd kunt uitgroeien tot een levende legende.

FIFA brengt in je eigen wereld de mensen dichter bij elkaar. EA Sports, it’s in the game.

donderdag 29 september 2016

Mike Verweij wil op het bovenbeen van Gudelj

U verwacht het misschien niet, maar ik ben geblokkeerd op Twitter. Door Mike Verweij. U weet wel, de Ajax watcher namens de krant van wakker Nederland. Dit is ook precies hoe Mike in elkaar steekt, hij kan niet tegen kritiek. Alles wat een mening heeft die haaks staat op zijn bevindingen, wordt ruchtzichloos geblokkeerd. Want aan mensen die de mening van de almachtige Verweij in twijfel trekken, heeft deze journalist een broertje dood. Als een ridder op zijn Twitterende paard trekt hij ten strijde tegen alles wat het niet met hem eens is, om vervolgens deze figuren voor eens en altijd uit zijn leven te verbannen.

Deze week konden we in de krant een verhaal over Peter Bosz lezen waar het zuur werkelijk van af droop. Je zou denken dat na de twee overwinningen op Willem2 & PEC Zwolle met de cijfers 10 voor en 1 tegen er ogenschijnlijk geen vuiltje aan de lucht is. Verkeerd gedacht, de informatiebronnen van Mike zijn door hun matige prestaties buiten de boot gevallen, iets wat voor Mike een reden is om Peter Bosz even door de gehaktmolen te halen. Want zo werkt het blijkbaar bij Mike, Mike houdt niet van mooi voetbal. Nee, Mike wil dat zijn twee vriendjes binnen de Ajax selectie hem van informatie blijven voorzien en hemelt ze daarom telkens op in zijn verhaaltjes voor de krant.

Mike is een plaaggeest, die bommetjes onder zaken legt die hem niet aanstaan. Probleem van Mike is alleen dat hij een slechte plaaggeest is. Zijn woorden spugen geen vuur, maar confetti. Hij hoopt binnen Ajax schade aan te richten, maar hij veroorzaakt alleen lachsalvo’s en ergernissen. Het valt meteen op dat de stukjes van Mike over een Ajax onder Frank de Boer positief waren, maar dat het prima voetbal van de laatste twee wedstrijden onder Peter Bosz ineens voor geen kant zou deugen. Zogenaamd dan hè. Want eigenlijk probeert Mike op deze manier zijn twee oogappeltjes weer in de basis te schrijven. En stiekem verdenk ik Mike er van dat hij tatoeage technisch aast op het enige stukje vrije bovenbeen van Gudelj.

Gelukkig hebben we met Bosz een trainer die zich niet zo heel veel aantrekt van dit soort praktijken. Bosz trekt zijn eigen lijn, daar kun je het mee eens zijn of niet, maar hij zwicht niet voor journalisten. Gelukkig maar, we moeten er toch ook niet aan gaan denken dat Mike Verweij indirect de opstelling van Ajax zou kunnen bepalen. Dat doet Peter Bosz, en die wint momenteel. En een winnende trainer, heeft altijd gelijk.

Peter Bosz      1
Mike Verweij 0

donderdag 22 september 2016

Debuteren kun je leren

‘Debuteren kun je leren’, zei mijn trainer altijd. En die kan het weten, want hij debuteerde ooit in het eerste van zaterdag hoofdklasser Sportclub Genemuiden. Zelf bestonden mijn debuutreeksen uit invalbeurtjes bij A2 of het 6e elftal van Sportclub Genemuiden, altijd wanneer motregende en we in februari een uitwedstrijd moesten spelen tegen clubs uit dorpen met illustere namen als Havelterberg of Noordscheschut.

Dat het ook anders kan, lieten Nouri en De Ligt zien. Beide heren zijn ook meteen toegevoegd aan een lijstje die bijna mythische proporties aanneemt: scoren als jeugdspeler van Ajax, bij je debuut in de hoofdmacht. En ja, ook ik ben zo’n figuur die nu tegen de buitenwereld loopt te blaten dat hij ‘jaren geleden al wist dat deze twee heren het eerste van Ajax zouden halen’. Al zou zelfs Stevie Wonder het talent van Nouri nog zijn opgevallen, dit is zo’n typische Ajax speler: Bravoure, inzicht, techniek en doelgericht. Toch heb ik meer genoten van Matthijs de Ligt. Dit soort verdedigers leiden we bij Ajax niet zo heel vaak op, het is een soort IKEA kast op voetbalschoenen. Maar dan ook nog eens met de kwaliteiten die een moderne verdediger tegenwoordig moet beheersen. En daar word ik dus echt heel erg vrolijk van - zou Rob Geus gezegd hebben. Een puber van krap 17, met het lichaam en de uitstraling van een Afrikaanse topatleet. Ik vraag me af wat Veltman gisteravond van het optreden van De Ligt vond, die zou zich zo zoetjes aan wel een beetje zorgen moeten gaan maken.

Het mooiste was het contact tussen Nouri en die andere debutant: Frenkie de Jong. Bij een vrije trap, trok Nouri onmiddellijk de aandacht van Frenkie. Deze twee gasten zijn zo gigantisch goed op elkaar ingespeeld, dat is prachtig om te zien. En het dan ook meteen willen toepassen hè, allebei debuteren, maar gewoon dezelfde ideeën hebben die ze samen in Jong Ajax bijna wekelijks met artistieke perfectie ten tonele brengen.

En ja, het kan én moet allemaal nog zoveel beter. En ja, wij als supporters zijn het - terecht - niet altijd eens met het bestuur. En ja, we staan na zes wedstrijden ineens vijf punten achter op de koploper.

Maar hé, wat heb ik weer eens ouderwets genoten van Ajax. Een Ajax dat speelde met plezier, in plaats van het stroperige en depressieve voetbal van de afgelopen weken/jaren. Met spelers die vanuit de jeugd weer moeiteloos de aansluiting vinden bij het eerste elftal. En dat stemt mij, als Ajacied, best vrolijk.

maandag 19 september 2016

Open brief aan de Nederlandse verzorgingshuizen

Ouder worden als man is geen pretje, je takelt af, wordt grijs en/of kaal, katers duren een halve week en na je vijfentwintigste is het gedaan met je seksleven. Dat laatste kan ik weten, want sinds 14 augustus ben ik 31. Als u dacht dat in de verzorgingshuizen uw leven iets plezieriger gaat worden, dan heeft u het mis. Er blijkt nogal wat aan te schorten, vooral veroorzaakt door het karige budget dat Den Haag vrijmaakt voor de zorg in ons land.

Open brief aan de verzorgingshuizen van Nederland.


Dag lieve aanstaande zusters, ik ben misschien wat vroeg, maar de afgelopen dertig jaar vlogen ook voorbij, dus over nog eens een dikke veertig jaar sta ik met mijn plunjezak bij jullie op de stoep.


Ik vroeg me af of jullie wel een beetje met de tijd van tegenwoordig mee hobbelen, of dat jullie stil blijven staan. Daarom heb ik voor jullie een paar punten op papier gezet om het — voornamelijk voor de nieuwe bejaarden en jullie zelf zo aangenaam mogelijk te maken.    


  • Hoe is de snelheid van het draadloze internet? Ik mag toch aannemen dat jullie een fatsoenlijke WiFi verbinding kunnen regelen van het vorstelijke bedrag dat ik elke maand van mijn schamele AOW pensioentje aan jullie moet overmaken.


  • De multiculturele samenleving is iets wat we niet kunnen en mogen negeren. Daarom moeten er zusters komen uit alle windstreken van de wereld. En of jullie de Deense en Zweedse zusters alsjeblieft niet willen vergeten.


  • Febo muur in de centrale hal


  • Biljarten is natuurlijk hopeloos ouderwets, graag zou ik hiervoor in de plaats een aantal Playstations met  tegen die tijd  FIFA’49 en de laatste versie van GTA zien


  • Of het mogelijk is om de optredens van nietszeggende mannen/dameskoren uit het repertoire te schrappen. Graag zouden wij hier FeestDJ Ruud of een Nirvana coverband willen zien. (Ps: op Biestemerkeumpien en Biestemarkt zelf graag ook iets van André Hazes. En of jullie ons als ‘rolstoel polonaise’ door de zaal willen drukken.)


  • Breezers voor mijn vrouwelijke medebewoonsters. Ik ben dan misschien wel bejaard, maar ook weer niet van steen.


  • Ik hoor dat er tegenwoordig in de gebouwen van Huize Avondrood een bedtijd geldt. Hallo, we zijn oud en wijs genoeg om zelf te bepalen hoe laat we gaan slapen.


  • Kussengevechten met het personeel zijn juist hartstikke leuk


  • Elke maand een uitje. Mogen jullie zelf verzinnen waar we heen gaan. (Old Sailor in Amsterdam is best leuk, kijk maar wat je met deze tip doet)


  • Het voorlezen van de krant, mocht dit nodig zijn wegens ouderdomsgebreken. Wel een fatsoenlijk dagblad, de Telegraaf gebruik je maar als kattenbakvulling


  • Alle wedstrijden van Ajax, PSV, Feyenoord & Oranje op een groot beeldscherm. Met bier voor bodemprijzen en bitterballen in de rust


  • Playboy in de leesmap op de koffietafel, de Libelle en Margriet mogen jullie achterwege laten


  • Als jullie ook maar het idee hebben om mij te laten sjoelen, klaag ik jullie bij voorbaat al aan


  • Vrijdagmiddagborrel met karaoke. Van 16:00 tot 20:00


  • En nee, zelfs op je zeventigste levensjaar is een Ajax pyjama nog niet kinderachtig


Hierbij hoop ik jullie van voldoende informatie te hebben voorzien. Mochten jullie nog vragen hebben, dan hoor dit graag. Zo niet, tot over veertig jaar.


Met vriendelijke groet;


Bejaarde in opleiding;

Nick Hoekman.

zaterdag 17 september 2016

Dappende Dirk Kuyt

Dirk Kuyt heeft het dabben vermoord. Hoogstpersoonlijk, afgelopen weekend na zijn doelpunt in de wedstrijd Feyenoord - ADO Den Haag. Dabben is een ietwat vreemde beweging met je arm maken, vanuit een gestrekte arm manoeuvreer je in een soepele beweging je onderarm voor je ogen. En ja, zo onlogisch als ik het hier uit loop te leggen is het eigenlijk ook. U zult het vast ergens gezien hebben, mocht u denken dat de kinderen in de straat allemaal dezelfde epileptische aanval hebben: nee, dat is nu het fenomeen dabben.

Dirk, u kent hem, zoon van een visserman uit Katwijk. Nederlandser gaat u ze niet krijgen, Dirk’s ontbijt bestaat uit stamppot zuurkool met daar overheen vers geraspte stroopwafels en een klein handje kokindjes. Toen ze de Hollanders vroeger uitvonden, kan het niet anders dan dat Dirk Kuyt model heeft gestaan voor hetgeen wij Nederlanders vandaag de dag zijn. En deze Dirk deed na zijn doelpunt tegen ADO Den Haag een uit Amerika geïmporteerd hiphop dansje. U zou het kunnen vergelijken met een klompen dragende Nelson Mandela die op een draaiorgel ‘Heb je even voor mij’ aan het spelen is.

En eerlijk, ik was vroeger wel fan van Dirk. Ach, die leuke knul die zo uit de boekenreeks ‘Schippers van de kameleon’ is komen wandelen. Daar kon toch eigenlijk niemand een hekel aan krijgen. En hij was ook reuze handig, want Dirk heeft bij Oranje zo’n beetje elke vacature opgevuld. Van rechtsbuiten tot linksback en alles wat daar tussen zit. Maar nu gelooft Dirk ook echt dat hij belangrijk is, dat is hem heel vaak ingefluisterd, dat Dirk de verlosser van Feyenoord is. Zo vaak, dat Dirk dit zelf ook tegen mensen aan het zeggen is.

“Hoi, ik ben Dirk. En ik doe het allemaal voor de mensen in de Kuip, die hebben al zo lang lopen wachten”

Sindsdien is Dirk veranderd in een vervelende klier. Zo’n speler die tijdens een trainingskamp de rest er bij naait wanneer ze via de regenpijp naar beneden zijn gegleden om te stappen. Dirk gaat er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat Feyenoord dit seizoen géén kampioen gaat worden. “Het team staat voorop”, Behalve wanneer Dirk gewisseld wordt, want dan is meneer gekrenkt. Ik hoor u denken: “Je bent jaloers Nick, dat Feyenoord Dirk Kuyt heeft en Ajax het met het geveinsde fanatisme van Gudelj moet doen”. Neuh, ik vind het wel lekker, Dirk als belangrijkste man bij Feyenoord. Dat schept uiteindelijk weer hoop, voor een kampioenschap in Amsterdam.

zaterdag 10 september 2016

Spoedcursus 'Depressie voor dummies'. (Deel 3)

Hoi iedereen, voor we gaan beginnen aan deel drie van de spoedcursus ‘Depressie voor dummies’, wil ik even kwijt dat de reacties op deze spoedcursus echt ongelofelijk mooi zijn. Het aantal berichten dat ik mag ontvangen van mensen die in hetzelfde schuitje zitten of hebben gezeten is hartverwarmend. Nog mooier klinkt misschien wat dubieus is dat er mensen zichzelf herkenden in de verhalen en aan de hand daarvan besloten dat het toch wel verstandig zou zijn om professionele hulp te zoeken. Jullie mogen trots op jezelf zijn, eerlijk. Ik ben het sowieso.

Goed, vandaag deel 3. En een bijzonder lastige, ik heb lang lopen dubben of ik dit onderwerp überhaupt aan zou moeten kaarten, want binnen de taboesfeer rondom de psychische klachten heb je nóg een extra taboe: suïcide, zelfdoding. Of zoals het in de volksmond wordt genoemd: zelfmoord. Vind ik zelf niet zo’n prettig woord, dus ik hou het op suïcide of zelfdoding. De reden waarom ik het toch wil behandelen, is omdat het vandaag 10 september wereldwijde dag ter preventie van suïcide is. En ja, het is een heftig iets. Onbegrepen ook vaak. Ik wil het even gaan opsplitsen in twee categorieën: mensen die willens en wetens een puinhoop van hun leven hebben gemaakt en dit niet meer kunnen rechtbreien. En mensen die vanwege hun psychische klachten de overweging hebben gemaakt om uit het leven te stappen. De eerste groep kan ik niet over oordelen, over de tweede groep heb ik een wat beter beeld.

Depressies gaan regelmatig gepaard met suïcidale gedachten, ook ik heb ze nog regelmatig. Hoeft u niet van te schrikken hoor, ik ben niet praktiserend. Zelf schrik ik er tegenwoordig niet meer van, het hoort bij me op de een of andere manier. Het is ook geen serieuze overweging om die stap nog te maken, omdat ik nu weet dat na een donkere/inktzwarte periode uiteindelijk ook een tijd zal aanbreken dat het weer plezieriger gaat worden. Ik zie het als een soort escape knop, dat het een soort laatste redmiddel is voor als het heel slecht gaat. En dat geeft rust. Het is alleen een escape knop die ik nooit zal indrukken, omdat ik nu weet wanneer ik bij de professionals aan de bel moet trekken, voordat ik het écht als een optie ga beschouwen.

Egoïsten, zo worden ze vaak neergezet: de personen die zijn overgegaan op de laatste daad van hun leven. En dat is echt de verkeerde beredenering, het is vaak juist het tegenovergestelde van egoïsme. Je voelt jezelf overbodig, eigenlijk ben je van mening dat het voor iedereen het beste zou zijn als je er gewoon niet meer zou zijn. Dan ben je niemand meer tot last en heb je eindelijk de rust gevonden waar je al tijden naar op zoek bent. Als je in een periode zit dat het gewoon heel slecht met je gaat, dan is helder denken heel lastig. Vergelijk het met het gevoel dat je krijgt wanneer je woedend of boos bent, dan is het ook heel lastig om reëel te blijven en voor jezelf helder na te blijven denken. Achteraf denk je dan vaak: ‘Oké, dat had ik misschien anders aan moeten pakken’.

En zo werkt het bij suïcidale gedachten in donkere perioden vaak ook. Dan kun je voor jezelf zo lastig die knop omzetten om helder na te blijven denken, je wordt als het ware opgeslokt door je eigen gedachten. En dat blijft door je hoofd spoken, uren, dagen, weken, soms zelfs maanden. Uiteindelijk heeft je gedachten je er van overtuigd dat suïcide eigenlijk het beste en de enige uitweg voor je is.  En om daar zonder gespecialiseerde hulp uit te komen, daarvoor moet je echt zo sterk in je schoenen staan. Terwijl dat juist het grootste probleem is: je staat niet sterk in je schoenen. Op dat soort momenten ben je gewoon echt mensen nodig die je tegenspreken, dat het wél de moeite waard is om te blijven leven. Dat er uiteindelijk wél een betere periode gaat aanbreken. Want zelf heb je daar dan soms de kracht en het benul niet meer voor.


Het zou heel goed kunnen dat mensen dit lezen en het totaal niet eens zijn met deze bevindingen, dat kan. Het is niet mijn bedoeling om mensen/nabestaanden op welke manier dan ook te kwetsen. Mocht u dat gevoel toch krijgen, dan spijt me dat zeer. Dit verhaal is tot stand gekomen door mijn eigen bevindingen + verhalen die ik heb gehoord van andere personen met psychische klachten. Er is niks zo persoonlijk als het eigen brein en iedereen maakt gebeurtenissen op zijn eigen manier mee.