zondag 27 maart 2016

Johan (deel 2)

De wereld is de afgelopen dagen bedolven onder een tsunami van anekdotes, filmpjes, interviews en verhalen van en over Johan Cruijff. Ademloos heb ik alles tot mij genomen, een gevoel van trots en ontroering wisselden elkaar in hoog tempo af. Een fragiel menneke uit het Amsterdamse betondorp, die eigenhandig het voetbalklimaat heeft veranderd. Het meeste indruk maakte het filmpje waarop je Johan ziet staan op de middenstip in Nou Camp. Honderdduizend Catalanen scanderen minutenlang en uit volle borst de naam van de man die de regio haar respect voor zichzelf weer teruggaf. De Verlosser Johan, aanbeden door zijn volgelingen. Er liep een polonaise van centimeters dik kippenvel over mijn armen. Het geluid van een kolkend Nou Camp dat minutenlang ‘JOOOOOHAAAAAAN’ scandeert is puur,het is oprecht, het is doordrenkt met liefde en emotie. Ik durf wel te stellen dat dit een van de mooiste geluiden is die ik ooit heb gehoord. Naast natuurlijk het fluiten van Feyenoordsupporters wanneer Ajax op bezoek komt in de Kuip. Ook een magistraal geluid.


Op Youtube keek ik de documentaire terug over het seizoen dat Johan speler was van Feyenoord. Een getergde Cruijff die in 1983 het ongelijk van het arrogante Ajax bestuur wou bewijzen. Johan haalde zijn gram op een ongenaakbare manier. Het team van Feyenoord bestond voor een groot gedeelte uit — met alle respect — campingvoetballers, een talentvolle Ruud Gullit en een tot op het bot gemotiveerde Johan Cruijff. Cruijff had een gave die alleen de allerbeste voetballers hebben: hij kan er voor zorgen dat mindere spelers zich optrekken aan zijn niveau, waardoor een middelmatig team ineens een onverslaanbaar geheel kan worden. En ik ken dat, zelf beschik ik ook over een soortgelijke kwaliteit. Johan en ik, wij verstaan elkaar op voetbalgebied. Alleen werkt het bij mij net de andere kant op: hele goede spelers gaan mee met mijn niveau. Het is regelmatig gebeurd dat spelers uit het 2e of 3e van Genemuiden, die een potje gingen voetballen in hetzelfde team als waar ik deel van uitmaakte, vrolijk mee hobbelden met de collectieve wanprestaties die uit zowel mijn linker als rechtervoet kwamen. Dat is ook meteen de reden waarom ik nooit verder ben gekomen dan linksback van Sportclub Genemuiden 6, en Johan de beste speler van de wereld is geworden.

En stiekem vind ik dat nog het allermooiste, dat Johan nog een jaar bij Feyenoord heeft gespeeld. Dat betekent dus, dat de beste voetballer die Feyenoord ooit gehad heeft, een Ajacied was.

Link naar fragment van een Nou Camp dat 'Johan' scandeert: http://www.npo.nl/cruijff-moment-3-nou-camp-scandeert-johan-johan/25-03-2016/WO_NOS_3576566

donderdag 24 maart 2016

Johan

Ik heb altijd gedacht dat wanneer er één normale sterveling onsterfelijk zou kunnen zijn, dat dit dan Johan moest zijn. Johan was dit met mij eens, want hij zei ooit: “In zekere zin ben ik waarschijnlijk onsterfelijk”. Johan was en is altijd meer geweest dan een simpele voetballer. Johan was, by far, de grootste Nederlander die wij ooit hebben gehad en ook ooit zullen krijgen. Johan was export product numero uno. Noem in een buitenlandse taxi de naam van Johan, en geheid dat de chauffeur meteen je vriend was. En ik deed dat, Johan was jarenlang mijn smeermiddel tijdens de ongemakkelijke gesprekken tijdens taxi ritjes. Ik sprak mijn nieuwe buitenlandse vrienden meteen aan met het feit dat ik uit Nederland kwam, dat Ajax mijn club is. Dan duurt het vervolgens nog geen tien seconden voordat de taxichauffeur de linkt legt: “Holland? Ejeks? JOEHEN KROEUJFF”. Johan was zelfs op mijn vakantie de Verlosser. En ja, we hebben beroemde schilders gehad als Vermeer of Van Gogh, of tegenwoordig dj’s als Tiësto, Hardwell of Martin Garrix. Maar geen van deze namen zal dezelfde status krijgen als Johan. Nooit.


Waarom niet? Johan was ongrijpbaar, geniaal, eigenzinnig, maar vooral: Johan. Johan behoorde, zoals u weet, bij de beste voetballers die deze wereld ooit heeft gehad. Pelé, Cruijff, Maradona, Messi. Daarna komt er een poosje niks. Johan was een boegbeeld, uitvinder van het voetbal zoals het uitgevoerd dient te worden. Elke bal die de Grote Meester van zijn voet liet verdwijnen oogde even simpel als briljant. Het feit alleen al dat alle grote clubs ter wereld zoals Manchester United, Real Madrid, Ac Milan, Juventus, Liverpool stil staan bij zijn overlijden, geeft aan dat dit een persoon uit de buitencategorie was. Let wel: dit zijn clubs waar Johan nooit voor heeft gespeeld hè. Het respect en medeleven druipt van de mondiale voetbalwereld af. Johan is de man die er voor zorgde dat de meeste Ajacieden het niet erg vonden dat Feyenoord in 1984 onder zijn hoede kampioen werd, zijn ultieme wraak richting het bestuur van Ajax. Johan is Ajax, bleef Ajax. En Ajax blijft voor altijd Cruijff. Hij was de beste die Ajax ooit heeft gehad, de beste die Nederland ooit heeft gehad.

Johan, de man die gevoelsmatig dichtbij stond, maar tegelijkertijd buitenaards was.

woensdag 23 maart 2016

Discodel

Heeft u hem al gehad? De discodel? Voor de goede orde, een discodel is geen tokkie in een uitgaansgelegenheid gehuld in een legging met tijgerprint. Nee, de discodel is een frikandel met mayonaise en daar overheen discodip gestrooid. Inderdaad, de discodip die we kennen als gekleurde spikkeltjes voor over het softijs. Studenten uit Nijmegen hebben bedacht dat deze combinatie heel lekker is. Zelf geloof ik dit niet zo, het enige wat je in mijn optiek over een frikandel met mayonaise moet strooien, zijn gesnipperde uien en een kwak curry. Daarnaast vind ik het ook de verloedering van onze mooie Hollandse snackcultuur. Een frikandel die zo wordt toegetakeld begint steeds meer te lijken op een energiedrank drinkend straatschoffie uit Almere, met aan zijn voeten legergroene Crocs.

Maar het geeft wel aan dat wij Nederlanders bizarre combinaties hebben qua eten. Haring met ui en augurk? Er zijn wereldwijd slechts vijf miljoen mensen die dit lekker vinden. En u gelooft het niet, maar ze wonen praktisch allemaal in hetzelfde land. Zelf heb ik helemaal geen extreem gekke dingen. Aan een jeugdliefde heb ik pindakaas met hagelslag overgehouden en nasi met shoarmavlees. Oh, en twee kittens. Maar dat is weer een ander verhaal. Pindakaas met hagelslag is sowieso een favoriet bij veel landgenoten, pindakaas met jam ook. Terwijl het toch wel een hele vreemde combinatie is. Pindakaas met hagelslag staat eigenlijk synoniem voor mijn huwelijk met Chantal Janzen. Kijk, Chantal is pindakaas: heel veel mensen vinden het lekker. Ik ben hagelslag: buiten Nederland kent het eigenlijk niemand en zelfs in Nederland doe je er niet veel mensen een plezier mee. Terwijl de combinatie Chantal Janzen en Nick Hoekman gewoon heel er goed zou zijn. Al is dit eigenlijk vooral een persoonlijke mening.

Nee, dan mijn zusje. Mijn zusje eet haar lasagne altijd met appelmoes. Echt, u leest dit goed. Lasagne, uit Italië. Met appelmoes, van Hak. Namens mijn hele familie en bovenal mijn zusje de vraag of u dit vooral binnenskamers wilt houden. Mocht dit nieuws namelijk ooit de maffiose in Italië bereiken, dan zijn wij nogal bang dat er op een ochtend een afgehakt paardenhoofd in het bed van mijn zusje te vinden is. Verder snap ik mijn Italiaanse vrienden uit Napels wel, ik zou ook in alle staten zijn wanneer ik zou horen dat er iemand in Hongarije zijn stroopwafels met goulash zit te eten. Om vervolgens naar Hongarije af te reizen en daar het afgehakte hoofd van Peter Jan Rens in zijn/haar bed te leggen. De voornamen Peter & Jan tot één naam samensmelten, vind ik ook nogal een vreemde combinatie.

vrijdag 11 maart 2016

Nickje naar het boekenbal

Vanavond is het boekenbal van 2016. Net als de voorgaande jaren heb ik hier opnieuw geen uitnodiging voor gehad, wat op zich wel hout snijdt, want ik heb ook geen boek uitgegeven. Sommige teleurstellingen lossen zichzelf vrij eenvoudig op. Ik zal niet ontkennen dat het wel een droom blijft, het bijwonen van het boekenbal. Alleen is het wel een klein dingetje om daar naar binnen te komen, het schrijven van een boek is niet genoeg, welnee, het moet ook nog eens een boek zijn dat veelvuldig verkocht is. Of, je moet zoals sommige vrouwen, heel bedreven zijn in iets waar ik als man alleen passief aan deelneem. Deze methode schijnt heel goed te werken om via via (vaak de eenzame zolderkamer auteur) aan een uitnodiging te komen. Gelukkig ben ik niet zo’n type schrijver, ik beschik niet eens over een zolderkamer.

Het boekenbal blijft voor het lokale schrijvertje zoals ik ben, een soort finale van de Champions League. Alle schrijvers die er een beetje toe doen, zijn daar aanwezig. Als klein Nickje stond ik op het trapveldje in de buurt een tango hoog te houden, met de illusie om ooit met Ajax in de finale van Champions League te staan, desnoods als linksback. Nu heb ik de droom om te worden uitgenodigd als schrijver op het boekenbal. De kans dat dit gaat lukken is bij voorbaat al een stuk groter dan mijn ijdele hoop op een uitverkiezing als linksback van Ajax. Ik schrijf namelijk een stuk beter dan dat ik voetbal. Mocht u — geheel terecht overigens — vinden dat ik eigenlijk een bijzonder dramatische schrijver ben, dan moet u zich eens voorstellen hoe incapabel ik dan wel niet als voetballer moet zijn geweest. Mijn oud ploeggenoten kunnen dit bevestigen. 

Daarnaast hangt er een vorm van mystiek om dat hele bal heel, iedereen doet er vrij geheimzinnig over. Maar eigenlijk is een soort schuurfeest in een schouwburg, voor mensen in pak, daar komt het feitelijk op neer. En daar wil Nickje dus heen, naar het dispuutfeest voor volwassenen. Waar Adriaan van Dis loopt als grootmeester en Kluun, Nico Dijkshoorn & James Worthy de avond doorbrengen als de Vaderlandse Messi, Suarez & Neymar. Aan de zijkant van de dansvloer zal ik te vinden zijn, hangend als een muurbloempje tegen de bar, een lauwe Fristi slurpend door een rietje, maar omringd door al mijn helden. Daar wil ik ooit bij zijn, tussen alle vedetten van de literaire eredivisie.

Desnoods als linksback.

zondag 6 maart 2016

Kooivechten in Kisteman

Heeft u het gezien vannacht? De partij tussen McGregor & Diaz? Kooivechten lieve mensen, we hebben het hier over kooivechten. Ik was sowieso al super excited, want midden in de nacht de wekker zetten voor evenementen doe ik niet zo vaak. De Elfstedentocht van 1997 had deze eer, samen met Nederland - Saoedi Arabië op het WK van 1994 in Amerika (Winnende 2-1 van Gaston Taument, hetgeen een polonaise in badjas door de woonkamer opleverde tussen Bennie - mijn vader - en schrijvende).

Goed, het was wel even afzien, want er werd begonnen met een gevecht tussen twee vrouwen. En dat is niks. Nee, vrouwen, jullie zijn goed in heel veel dingen, maar kooivechten is niet bepaald jullie ding. Het had iets weg van twee getatoeëerde mannen van buitenproportionele omvang, die live op TV een potje tegen elkaar liepen te punniken, in dat tempo werd er gevochten. Daarna ging het los, twee kolossen van kerels die elkaar praktisch zonder regels de hersenpan in liepen te hengsten. Kooivechten is eigenlijk niks anders dan een avondje stappen in de lokale discotheek van een willekeurig provinciaal dorpje. Je weet van tevoren al dat het een bak ellende gaat worden, maar toch stap je keer op keer vol goede moed de taxi in.

Ik kan het weten, want ik ben ervaringsdeskundige. Jarenlang gingen wij stappen in gehuchten als Staphorst, Nieuwleusen of Markelo. En dat was feest. Keer op keer. Vooral discotheek Kisteman in Staphorst was favoriet. Het leuke is, dat waar ter wereld ook, alle naast elkaar gelegen dorpen/steden een hekel aan elkaar hebben. Geen idee waarom, dat is nu eenmaal zo. Er wordt wel zo hard geroepen dat alle asielzoekers er een teringzooi van maken in hun opvangcentra, maar zet voor de gein eens tweehonderdvijftig mannen uit Staphorst, Urk en Genemuiden bij elkaar in een tentenkamp, en geheid dat het binnen 36 uur is uitgelopen op een bloedbad. Goed, terug naar Kisteman. Het was elke keer hetzelfde scenario: tot een half uur voor sluitingstijd was er niks aan de hand, er werd gemoedelijk een biertje gedronken en hier en daar werden de nodige blauwtjes opgelopen. Tot het moment dat de diskjockey van dienst Hardstyle begon te draaien en er ineens uit alle gaten en kieren opgeschoten knapen uit Staphorst tevoorschijn kwamen. Na wat ruw danswerk aan beide kanten, mondde het vaak uit in diepgaande discussies. Over het algemeen waren dit discussies over hoogstaande politieke kwesties als: *‘Woarum kiek ie mien zo an, loeder’. Waarna het Oudhollandse gezegde ‘De eerste klap is een daalder waard’ meestal maar meteen van stal werd gehaald. Was dit volwassen gedrag? Nee. Was het nodig? Ook niet. Ben ik nu trots op mezelf? Neuh. Had ik het willen missen? Voor geen goud.

Daarom is uitgaan in de provincie, soms precies hetzelfde als een half uurtje kooivechten. Alleen dan met bier, bitterballen en afgekeurde après-ski hits.

*Staphorster dialect voor: ‘Waarom kijk jij mij zo aan, vlegel’.