dinsdag 26 juli 2016

De verwarde man

De verwarde man is hip. Want alles wat het straatbeeld domineert of de kranten haalt is hip, kijk maar naar mannen in houthakkersoverhemden. Die met hun ongewassen baarden sikkeneurige liefdesliedjes op een akoestische gitaar zitten te tokkelen. Die zijn hip. En nu krijgen ze concurrentie van de verwarde man. Alleen doet de verwarde man de mensheid ellende aan, al moet ik zeggen dat het romantische gepeupel van de singer-songwriters mij soms ook doet verlangen om mensen in een kokend hete lavastroom te drukken. Maar dat doe ik niet hoor. Er is hier in de buurt überhaupt geen vulkaan te vinden.

Jarenlang heb ik me veilig gewaand voor aanslagen en terreur. Mensen vanuit de Randstad kunnen Genemuiden al niet eens vinden, laat staan een kudde zelfmoordterroristen uit een woestijn hier ver, ver vandaan. Nu begin ik bang te worden. De verwarde man begint steeds vaker samen te smelten tot een lone wolf. Iemand die op eigen houtje begint te radicaliseren en op internet de cursus ‘bomgordels voor dummies’ gaat volgen. Deze mensen zijn staatsgevaarlijk, niets of niemand die vaak ook maar het vermoeden heeft dat deze personen aan het ontsporen zijn. Het zijn de mannen waarvan de hele buurt het niet verwachte, het cliché verhaal. Die zachtaardige buurman, die elke zaterdagmiddag zijn auto keurig op de oprit staat te wassen en op tweede kerstdag zijn lieve moedertje trakteert op het menu van de maand van de lokale afhaalchinees.  

Mannen, die zijn verstoten uit de samenleving. Waarvan niemand weet wat ze zijn, behalve dát ze er zijn en zo nu en dan eens door je netvlies wandelen. Teruggetrokken in hun eigen wereld, begint er een stem steeds harder in het hoofd te schreeuwen dat er ooit een dag zal komen dat de hele wereld zal weten wie ze waren, en met welke daad ze zichzelf en omstanders van de wereld bliezen. Het zijn massavernietigingswapens van vlees en bloed, lopende nachtmerries van 183 centimeter, gehuld in broeken van corduroy stof en witte sportsokken van de Zeeman. Deze figuren beginnen steeds vaker de grote vijand van de burger te worden. En dat maakt bang, want opeens zijn niet alleen de grote openbare ruimtes een potentieel doelwit, maar ook de supermarkt of kerk in het dorp.

En er is niks wat we er tegen kunnen doen.

zaterdag 23 juli 2016

Brommers Kieken

Ik leef nog. Dat is op zich een wonder, want ik ben naar de Zwarte Cross geweest. Dat schijnt volgens de geleerden een festival te zijn waar je bij binnenkomst wordt gestenigd door klompen en Grolsch beugelflessen, om daarna door een modderbak getrokken te worden. U snapt dat dit mij nogal aansprak, helaas kon ik na uren zoeken dit tafereel vooralsnog niet vinden. Maar niet getreurd, verder was het heel leuk.


Met Bennie a.k.a. ‘mijn vader’ ben ik in een metalbar geweest, hebben we pannenkoeken gegeten en in het gras gelegen. Het klinkt een beetje als een kinderfeestje, jammer dat we geen snoepzakje kregen bij de uitgang en ook niet werden thuisgebracht. Het mooiste van de Zwarte Cross is dat het allemaal kleine wereldjes zijn, binnen een paar honderd vierkante meter waan je je op een tropisch eiland, de gay pride, een Texaanse ranch of een hipster techno feest. Oh en je kunt er Brommers Kieken. Dat heb ik geprobeerd, wat zeg ik ik heb wel tientallen potentiële huwelijkskandidaten voorbij zien komen. Zonde alleen dat ik andersom niet bij hun in dezelfde categorie bleek te vallen.


Om mijn teleurstelling te verwerken ben ik maar begonnen met het drinken van bier. En van Nozem. Nozem is de Achterhoekse variant op het flügelflesje, het is een drankje met citrus, iets van peper en je verwacht het niet alcohol. Uiteraard komt dit goedje ook weer uit de stal van de organisatoren van het festival. Omdat het drinken van alcohol niet het gewenste effect bleek, werd het tijd voor drastische maatregelen. En dat luisterde naar de naam John Coffey. John Coffey is een Nederlands bandje, en die spelen nogal hard. Dus daar stond Nickje, helemaal vooraan bij John Coffey. Toen de band de eerste noten door de immense speakers van de Mega Tent liet schallen, kwam ik in een tornado van mensen terecht, zelden binnen een paar seconden zoveel meters afgelegd. Het gevaar kwam niet alleen vanaf de zijkanten of van achteren, welnee, bij John Coffey doen ze nog steeds aan stagediven. Al het goede komt van boven, zullen we maar zeggen. Na een half uurtje raggen was mijn gemoedstoestand weer zoals het eigenlijk zou moeten zijn. Toen heb ik een heerlijk plekje in het gras gevonden, waar ik kon meegenieten van muziek en een blik kon werpen op een crosswedstrijd.


Ben ik dus toch nog wezen Brommers Kieken.

Ps: jullie krijgen allemaal de groetjes van Tante Rikie

vrijdag 15 juli 2016

Terrorisme is een verrotte kies

Tegen mijn eigen gewoonte in sliep ik extreem vroeg, het was nog geen 22:30. Vroeg naar bed schijnt goed voor een mens te zijn, en laat het toeval nu net zo zijn dat ik een mens ben. Vroeg naar bed gaan heeft ook een nadeel: je wordt extreem vroeg wakker. Althans, ik dan. En daar zit Nickje. Met een laptop op zijn schoot, te kijken naar beelden die niemand wil zien. Beelden die thuishoren in een of andere rampenfilm met terroristische aanslagen. Na dit soort beelden hoor je dan Daniel Craig als James Bond te zien, die met een tot AK47 omgebouwde paraplu de slechteriken om zeep helpt. Daarna zou er dan een tranentrekkende soundtrack van Adele moeten verschijnen, en iedereen gaat tevreden naar huis.


Maar er gaat niemand tevreden naar huis. Meer dan 80 mensen gaan helemaal nooit meer naar huis. En ik moet het zien, noem me een ramptoerist, maar ik moet zien wat er gebeurt is. En ik wil het niet, maar het moet. Ik moet de misselijkmakende beelden zien, de ontzielde lichamen die als paspoppen verspreidt liggen over de boulevard van Nice. Pas dan kan ik me een voorstelling maken van de gebeurtenissen. Niet dat het voor de slachtoffers ook maar iets uitmaakt, dat er onder de rook van Zwolle iemand zit te kijken naar de laatste momenten van hun leven. Vastgelegd op een smartphone die getrokken is door een getuige. Niet om te choqueren, maar om de wereld te laten zien hoe verrot sommige breinen zijn. Zoveel breinen van mensen die verrotter zijn dan zwarte kiezen, verrotte kiezen die niet opvallen en pas aan het daglicht komen wanneer de ontsteking niet meer te houden is. Daar helpt geen verdoving meer tegen.


En nu? Ik weet het niet, voor de vorm zet ik ‘John Lennon - Instant Karma!’ maar weer eens op. Omdat ik nog steeds denk dat ‘karma’ de wereldboodschap moet zijn. Je krijgt terug wat je geeft. Met als uitgangspunt dat iedereen liefde geeft en ook weer ontvangt. Ik denk ook niet dat de wereld slechter is dan vroeger, de wereld is altijd al verrot geweest. De maatschappij zit vol met zwarte kiezen, zwarte kiezen die wanneer we er niet snel genoeg bij zijn gaan ontsteken en pijn veroorzaken.

De wereld kan zo’n mooi gebit zijn, alleen de verrotte tanden en kiezen zullen getrokken moeten worden om het geheel weer te laten stralen.

maandag 11 juli 2016

Knuffelbeesten trauma

Jeej, de zomervakantie staat weer voor de deur! Dat betekent dat er weer huwelijken stranden doordat de vrouw des huizes de routekaart verkeerd om heeft gehouden, of de verkeerde camping heeft ingetoetst op de TomTom, zodat blijkt dat je een kleine driehonderd kilometer de verkeerde kant op bent gereden. Naast de traditionele witte bolletjes met inmiddels gesmolten hagelslag (Chocopasta is uitgevonden door een Nederlander die met de auto op vakantie ging naar Frankrijk, zonder koelbox) en tegenwoordig de Ipad, is er nog een andere manier om de kinderen op de achterbank koest te houden: het meenemen van hun favoriete knuffelbeest.

Het mooie aan deze kleine gewatteerde vriendjes is, dat je ze overal mee naar toe kunt nemen. Het nadeel van deze kleine gewatteerde vriendjes is, dat ze overal mee naar toe worden genomen. En dat is vaak het moment dat kinderen voor het eerst in aanraking komen met traumatische gebeurtenissen: de knuffel is ergens achtergebleven. Heel soms ligt hij nog gewoon op de camping, maar meestal bij een smoezelig Frans tankstation. Negen van de tien keer wordt de vermissing pas opgemerkt wanneer het desbetreffende tankstation op een afstand van ongeveer 250 kilometer is geraakt. En dat is nog altijd een zwakke plek in mijn hart (Ex vriendinnen denken nu: “Haha Nick, jij hebt helemaal geen hart). Mijn Waldemar is ook ooit vergeten bij een Frans tankstation, en dat doet nog steeds pijn.

Waldemar was een knuffel zoals er nu nog zoveel van zijn, zacht, roze en doorweekt van het kwijl. Alleen was Waldemar toch ook weer uniek, hij miste een oog mijn schuld en zijn linkerbeen bungelde er een beetje half bij ook mijn schuld. Eigenlijk was Waldemar een beetje de Lucille Werner van de knuffelwereld. En deze Waldemar heb ik ooit eens tijdens de terugrit van Zuid-Frankrijk naar Genemuiden bij een benzinepomp laten staan. Ik had hem tussen allemaal andere - nog te verkopen - knuffelbeesten gezet, zodat hij nieuwe vriendjes kon maken. Tranen met tuiten op het moment dat ik er achterkwam dat Waldemar niet meer bij me was. Het heeft een diep litteken op mijn ziel achtergelaten. Mijn ouders hebben me nog proberen te troosten met andere knuffels, er werd een hele kudde knuffelberen bij de lokale speelgoedwinkel vandaan geplukt. Maar ik wou alleen mijn eigen Waldemar.

Lieve ouders van kinderen met knuffels: check tijdens de reis altijd of de knuffel van uw kind nog steeds veilig aan boord van het voertuig is. Niet alleen voor uzelf, maar vooral voor uw kind. En mocht u, ergens bij een benzinestation tussen Villefranche-sur-Saône en Dijon, toevallig een knuffel zien staan die voldoet aan mijn bovengenoemde beschrijvingen, wilt u hem dan de hartelijke groeten van me doen?

En zeggen dat ik hem na al die jaren nog steeds niet vergeten ben.